VOORWIELREMMEN
De frictie-inzetstukken vervangen
■ Draai de bouten van de voorwielen los, til de voorkant van de auto op en plaats deze op de standaards. Zet de achterwielen vast.
■ Verwijder de voorwielen, het markeren van hun positie ten opzichte van de hubs.
■ De staat van de frictie-inserts kan visueel worden bepaald in de remklauw. De dikte van de bekleding mag niet minder zijn dan 1,5 Mm. De inzetstukken moeten altijd paarsgewijs worden vervangen aan beide zijden van de as.
■ Draai het stuur in de juiste richting om gemakkelijker te kunnen werken.
■ Als de remmen zijn uitgerust met een wrijvingsvoeringslijtagesensor, verwijder vervolgens de sensorkabel uit het inzetstuk. De kabel en sensor worden samen met het frictie-inzetstuk vervangen
■ Gebruik een geschikte doorn om de frictie-inzetgeleiders uit te ponsen. Sla de tweede gids voorzichtig uit, dat de borgveer niet naar buiten springt
■ Verwijder eerst het buitenste frictie-inzetstuk. Het binnenste inzetstuk kan van de klem worden verwijderd door de twee hendels op te tillen met een schroevendraaier
■ Maak de binnenkant van de klem schoon. Gebruik vanwege de aanwezigheid van asbest geen perslucht. Gebruik eventueel een borstel en een fietspomp.
■ Trek de plunjer terug in de remklauw, aandrukken met een houten blok Let hierbij op!, als het remvloeistofpeil in de tank niet te veel stijgt. Verwijder indien nodig overtollige vloeistof (bijv. spuit).
■ Monteer nieuwe frictie-inzetstukken, die gemakkelijk moet glijden.
■ Plaats de geleiders in het klemlichaam ja, zodat hun slots tegenover elkaar staan.
■ Plaats de borgveren voor de inzetstukken en duw de geleiders in de tegenoverliggende gaten van de remklauwhouder.
Schroef de wielen op hun plaats en laat de auto zakken. Trap het rempedaal meerdere keren in, de frictie-inzetstukken tegen de schijfremrotor drukken.