De booster vervangen
■ Verwijder de hoofdcilinder
■ Draai de dopmoer los waarmee de vacuümslang is bevestigd.
■ Verwijder het ruitensproeierreservoir.
■ Draai de remlichtschakelaar los van de trapondersteuning.
■ Koppel de terugstelveer van het rempedaal los.
■ Verwijder de zuigervolgerpenbescherming en verwijder de pen.
■ Verwijder de drie moeren waarmee de basis van de booster aan de voorste carrosseriewand is bevestigd. Als de auto is uitgerust met een stuurbekrachtiging, in plaats van moeren, draai de onderste bout achter de olieleidingen los met de gelede sleutel.
■ Verwijder de booster met de basis van de carrosseriewand
■ Plaats de basis in een bankschroef en draai de moeren los waarmee de booster is bevestigd
■ Verwijder de rubberen afdichtring.
■ Verwijder de plunjerbeveiliging van het verstelelement door deze op te tillen.
■ Verwijder de vork met pin.
■ Draai de stelhuls van de zuigerstang en verwijder deze.
■ Draai de zeskantmoer los.
De montage van de booster wordt in de volgende volgorde uitgevoerd:.
■ Klem het nieuwe steunapparaat in een bankschroef met kaakbeschermers.
■ Plaats de zeskantmoer en de stelhuls op de zuigervolger.
■ Steek de vork in de huls en monteer het slot
■ Stel de stelhuls zo uit, dat er een afstand is tussen het hulpapparaat en de as van het gat in de vork 278.5 Mm.
■ Plaats de rubberen ring op de booster.
■ Koppel toepassen 22 Draai de volgende moeren N m . vast: de onderste moer die de linkerbasis verbindt met de beugel op de servo, beide moeren op het afstandsstuk op de rechtervoet, nieuwe zelfborgende moeren op de servo's en basis op de veerpoot, de bovenste moer van de linker steun.
■ Koppel de hoofdcilinder aan de booster 18 N • m.
■ Draai de dopmoer van de vacuümslang vast met het aanhaalmoment 15 Nm.
■ Steek de pin en de piston pusher in het pedaal en de vorken, plaats de veiligheidsvoorziening en haak de veer. De veer werkt in de richting van het indrukken van het pedaal
■ Plaats en draai de remlichtschakelaar. Trek daarvoor de schakelactor zo ver mogelijk uit.
Aan het einde van alle activiteiten moet u het remsysteem ontluchten.