Tandriem vervangen
■ Koppel de accu los van het elektrische systeem van het voertuig.
■ Verwijder het luchtfilter.
■ Verwijder het deksel van het koppelingshuis.
■ Verwijder de V-snaar.
■ Verwijder de onderste en bovenste tandriemafdekkingen.
■ Draai het deksel van het nokkenashuis los.
■ Verwijder de vacuümpomp.
■ Draai de krukas met de klok mee om 'het goed te maken'” afstelmarkeringen op vliegwiel en injectiepomp. De krukas kan worden gedraaid met een sleutel die op de poeliebout is geplaatst of door de auto te rollen terwijl deze is ingeschakeld 4. rennen.
■ Zuiger 1. cilinder gaat naar positie ZZ. als de kleppen zijn gepasseerd 4 cilinder. In deze instelling is het mogelijk om in plaats van de vacuümpomp een speciaal gereedschap Opel * KM-537 . te plaatsen. De nokkenas moet dan stil staan.
■ Verwijder de bout waarmee het tandwiel aan de nokkenas is bevestigd.
■ Draai de bouten los waarmee de koelvloeistofpomp is bevestigd.
■ Met de Opel-KM tool -509, kantel de pomp tegen de klok in en laat de tandriem los. U kunt ook de dynamo verwijderen en de pomp kantelen met een platte sleutel 41 Mm.
■ Koppel de motorsteun rechtsvoor los van de dwarsstang.
■ Verplaats de motor weg van de dwarsbalk. Verwijder de tandriem van de poelies en voer deze tussen de dwarsbalk en de motorophanging.
■ Controleer voordat u de riem bevestigt, of de uitlijntekens hun positie niet veranderden?.
■ Trek de nieuwe riem tussen de dwarsbalk en de motorsteun en monteer deze op de tandwielen.
■ Bevestig de motor aan de dwarsbalk.
■ Span de tandriem aan.
■ Draai de bouten vast waarmee de koelvloeistofpomp is bevestigd met het aanhaalmoment 8 Nm.
■ Positie van uitlijnmarkeringen controleren en indien nodig corrigeren.
■ De nokkenas vasthouden met een sleutel, draai de versnellingsbout vast (aanhaalmoment: 90 Nm).
■ Kleptiming controleren.
■ Controleer injectiepomp levering start.
■ Installeer de vacuümpomp.
■ Schroef het deksel van het nokkenashuis erop.
■ Onderste en bovenste tandriemhoezen monteren.
■ Positioneer de V-snaar en span deze aan,
■ Monteer het koppelingshuisdeksel.
■ Installeer het luchtfilter en sluit de batterij aan.