Hoge remefficiëntie kan worden verkregen door twee gelijktijdige bekken te gebruiken. In dit mechanisme wordt elk van de kaken ingedrukt door een aparte expander en opgehangen aan een onafhankelijke drukpen. Het mechanisme met twee gelijktijdige bekken zorgt voor volledige remprestaties, maar alleen bij het vooruit rijden. Echter, tijdens het achteruit rijden (door een verandering in de rotatie van de remtrommel) de remefficiëntie neemt aanzienlijk af, omdat beide kaken dan in tegengestelde richting werken. Ongelijkmatige slijtage van de voeringen kan vrij effectief worden voorkomen door de kaken met schuivers op te hangen. Twee schuiven zijn draaibaar gemonteerd op de centrale pen, verbonden met de kaken door pinnen. Tijdens het remmen hechten de voeringen redelijk gelijkmatig aan het werkoppervlak, omdat de schuiven op de centrale pen kunnen draaien, en de kaken kunnen draaien ten opzichte van de schuiven. Sommige auto's gebruiken remmechanismen met glijschoenen. In dit geval rusten de onderste uiteinden van de schoenen tegen de pen die in de remschijf is ingebed, dat de schuifbekken niet alleen om hun draaipunt kunnen draaien, maar ook om te verhuizen. Tijdens het remmen, dankzij de grote bewegingsvrijheid, zetten de kaken zich automatisch in de meest correcte positie ten opzichte van het werkoppervlak van de trommel. Relatief gelijkmatig contact tussen de voeringen en de trommel wordt bereikt door het gebruik van excentrische pennen in het trommelremmechanisme, die, zoals reeds vermeld, worden gebruikt om de speling tussen de kaken en de trommel aan te passen. Houd er rekening mee dat, dat in het dubbelbekremmechanisme slechts ca 2/3 het werkoppervlak van de trommel is in contact met de voeringen van de kaken. Een beter gebruik van het werkoppervlak van de trommel wordt bereikt door het gebruik van de drie mechanismen:- of vier kaken. Zo wordt een veel hoger remvermogen bereikt.