VERDELING (MOTOR 1,3) Tandriem vervangen
Draai het metalen deksel van de tandriem los. Terwijl u de auto rolt met ingeschakelde versnelling, "past" het uitlijnteken op de krukaspoelie aan op de indicator op het oliepomphuis. Daarbij zal het merkteken op het nokkenastandwiel uitgelijnd zijn met het merkteken op het nokkenashuis, en de zuiger 1. cilinder in positie ZZ Het wordt ook aanbevolen om de noodrem in te schakelen, om zeker te zijn, dat de positie van de zuigers niet zal veranderen tijdens de reparatie. Maak de bovenste en onderste dynamobevestigingen los en verwijder de V-riem. Verwijder de bout waarmee de poelie aan de krukas is bevestigd en verwijder de poelie uit de tap. Draai de drie bevestigingsbouten van de koelvloeistofpomp los, laat de tandriemspanning los en verwijder de riem.
Plaats de nieuwe tandriem op de krukaspoelies, nokkenas en koelvloeistofpomp Steek een sleutel onder de pomppoelie 41 mm en draai de pomp met de klok mee, span de tandriem aan Bepaal de positie van de pomp, aandraaien van de drie geborgde schroeven. Schroef de poelie op de krukas, montagebout smeren met afdichtmiddel (aanhaalmoment: 55 Nm) Monteer de V-riem en span deze door de montagemoeren van de dynamo vast te draaien. Schroef tot slot de tandriemkap weer vast. De auto rollen of de rondselbout vastpakken met een sleutel, draai de krukas uit 360 en controleer nogmaals de tandriemspanning.