Worm stuurinrichting. De volgende versnellingen behoren tot de meest voorkomende stuurinrichtingen:: gewone worm, cochleair globoïde, schroef en rek. Het gewone wormwiel bestaat uit een worm en een wormwiel. De worm is gemonteerd op het onderste uiteinde van de stuuras, en een vermaasd wormwiel op de stuurarmas. Het draaien van de worm veroorzaakt een gedeeltelijke rotatie van het wormwiel, en daarmee de stuurarm. Wormwiel, waarin de slak werkt met de zogenaamde. vinger. Door de stuuras te draaien, wordt een offset bereikt tussen de windingen van de wormvinger, en daarmee de bijbehorende beweging van de stuurarm. De overbrengingsverhouding in deze transmissies is 14-28, afhankelijk van het type voertuig. Dergelijke grote overbrengingsverhoudingen worden bepaald door de noodzaak om het voertuig gemakkelijk en zeker te besturen. Het globoïde wormwiel is een variatie op het zelden gebruikte gewone wormwiel. De bolvormige worm, ingebed in de lagers, heeft een variabele diameter (de diameter van de schroef is kleiner in het midden). De dubbele vinger of roller in het globoïde tandwiel heeft een vereenvoudigde structuur, het is een sectie met twee of drie tanden, die in elke positie van het globoïde slakkenhuis erin verweven zijn. Globoid tandwiel met dubbele rol is handiger in gebruik!, omdat er veel minder wrijving is tussen de rol en het schroefoppervlak dan b.v.. in de dubbele-vinger versnelling, of in een gewoon wormwiel. De globoïde versnelling wordt gebruikt in Star-auto's, FSO Warschau, zei 110, Poolse Fiat 125P en anderen. De stuuroverbrengingsverhouding in de Polski Fiat 125P is: 16,4.