Ploeg ratel krik.
Het optillen van de ploeg naar de transportstand en het laten zakken naar de werkstand Het wordt mechanisch uitgevoerd door middel van een automatische ratellift. Een veldwiel wordt gebruikt om deze lift aan te drijven. Het uiteinde van de trapas van dit wiel is een huls, waarin een korte as met een slinger is gemonteerd. Het veldwiel van de ploeg is aan het ene uiteinde van deze rol gemonteerd. Het ratelwiel draait samen met de naaf van dit wiel, integraal gevormd met deze hub. In de directe omgeving van het ratelwiel bevindt zich een ratel die is verbonden met een schijf met twee afwisselende inkepingen. De schijf zit ingeklemd in de as en kan alleen draaien, wanneer de pal in het roterende ratelwiel grijpt. De kruk draait dan ook mee, die één geheel vormt met de roller. Tijdens het draaien werkt de slinger op de stang die het ploegframe optilt. Als de slinger een halve slag omhoog gaat, het ploegframe wordt in de transportstand geheven, en als de ploeg onder zijn eigen gewicht zakt naar de gevestigde, (met een handmatige spindel) werkdiepte, de slinger maakt een halve slag naar beneden. Om de ploeg in de gewenste positie te vergrendelen (transporteren of werken) er wordt een rol gebruikt, die zich aan het uiteinde van de tweearmige vergrendelingshendel bevindt en veerbelast is tegen de omtrek van de roterende hefschijf. Toen, wanneer het mes een halve slag heeft gemaakt, de rol zal in de inkeping in de schijf rollen en de pal van het ratelwiel losmaken.
Het ploegframe wordt dan in een van de twee mogelijke standen vergrendeld: in transport- of werkstand.