Twee generaties VP44-pompen
Het merk Opel heeft prioriteit bij het gebruik van een Bosch type VP44 radiale verdeler injectiepomp. In 1996 R. Astra heeft de fabriekspoorten verlaten 2.0 DI 16V met het eerste injectiesysteem, die brandstof in de verbrandingskamer zou kunnen voeren met een druk van meer dan 1000 barium. VP44-injectiepompen zijn te vinden in Audi-personenauto's, Doorwaden, Opel en BMW. Op zijn beurt wordt de VP30 axiale verdeelpomp gebruikt in Ford-auto's: Focus, Mondeo- en Transit-versies met lager motorvermogen. Een laatste voorbeeld van een succesvolle VP44-pomptoepassing is de motor 2.2 DTI in het Signum-model.
De VP44-pomp behoort samen met de VP30-pomp tot de familie van elektronisch gestuurde verdelerinjectiepompen van Bosch, waarbij de injectiedosis wordt geregeld door een hogedrukmagneetklep. Met deze klep worden ze bepaald: begin en einde van het pompen van de injectiepomp en de injectiedosis. Het verschil tussen VP44 en VP30 is dit:, dat in de VP30 hoge druk wordt gegenereerd door de axiale plunjerpomp, een w VP44 – pomp met twee of drie radiale zuigers. Door middel van een axiaalpomp is het mogelijk de injector op druk te brengen tot maximaal 120 Mpa, en met radiale zuigers – tot 180 Mpa. Dubbele activering van het hogedrukmagneetventiel, bijv. in de nieuwe Ford Mondeo-motor en in de V6-TDI-motor van het VW-concern, maakt pre-injectie mogelijk, wat bijdraagt aan een zacht verbrandingsproces en vermindering van NOx-emissies.
De werking van de VP-pomp wordt beheerd door het elektronische motorregelsysteem EDC (Elektronische dieselregeling). Voor de eerste chips waren twee stuurprogramma's nodig: de MSG-motorregeleenheid en de PSG-regeleenheid voor de injectiepomp. Later werd een gemeenschappelijke controller die direct op de pomp was gemonteerd, in gebruik genomen.