Extra ploegwerkeenheden.
Om een betere ploegkwaliteit te verkrijgen, zijn de ploegen uitgerust met extra werkeenheden, waaronder mes- of schijfkouters, voorploegen en verzinkers.
mes gesneden. Het doel van de sneden is om de voren soepel van het lichaam af te snijden. Er ontstaat dan een gladde voorwand, waardoor het veel gemakkelijker wordt om de tractorwielen in de voor te geleiden. Het messenkouter wordt met een juk aan het ploegframe bevestigd. Dit maakt de gewenste snij-instelling mogelijk. Meskouters worden meestal gebruikt in paardenploegen, en in tractorploegen alleen op steenachtige bodems, waar het schijfkouter niet kan werken.
Schijfkouter. Het vervult een vergelijkbare taak als het mes snijden, het snijdt echter veel beter door de grasmat, geploegde mest of groenbemester. Correcte positionering van de snede en de methode van bevestiging aan het frame.
Magere kouter. De vorm van de skimmer lijkt op het ploeglichaam van kleinere afmetingen. Het heeft echter geen loper. Het magere kouter wordt aan het frame of de ploegbalk bevestigd. De taak van de skimmer is om de bovenste laag grond met een voorbreedte van z/s af te snijden en naar de onderkant van de voor te werpen.